Revalidatie

15+

Jaar ervaring

100+

Paarden geholpen

95%
Slagingspercentage

Paard in revalidatie

De (revalidatie)trainingsprincipes die wij toepassen zijn onderbouwd met behulp van (biomechanisch)wetenschappelijk onderzoek en ruim 15 jaar ervaring in de revalidatie van paarden. Daarnaast wordt de voortgang van de paarden gemonitord en ondersteund met behulp van regelmatige klinische en thermografische controles.

Hoe ziet het revalidatietraject eruit?

Er wordt gestart met klinische en/of thermografische onderzoeken en behandelingen, waarna kan worden gestart met de training van het paard. Het trainingsprogramma ziet er als volgt uit:

Leerfase

In deze fase leert het paard een correct bewegingspatroon aan te nemen;

  • Er een goede balans is tussen boven en onderlijn.
  • De buikspieren voldoende aangespannen worden.
  • De core-stability optimaal is.
  • Het voorbeen voldoende voor de loodlijn gaat zodat de belasting op het voorbeen minimaal is.
  • Het achterbeen voldoende draagt/onder het lichaam wordt gebracht zodat de last zoveel mogelijk gedragen wordt door de sterke achterhand en het bekken gekanteld wordt zodat de gehele bovenlijn in lichte flexie kan komen. Hierdoor wordt het schoftje gelift en wordt er gewicht van voor naar achter overgeheveld.
  • Het paard symmetrisch gemaakt wordt in het lichaam zodat de belasting over de benen evenredig wordt verdeeld.
  • Het paard correct leert buigen in de wending waardoor de benen een correct hoek maken met de grond. Hierdoor wordt de belasting op de ligamenten in de ondervoet minimaal.

Krachttraining

Na de leerfase waarbij het doel is het paard zo snel mogelijk een goed bewegingspatroon aan te leren waarbij de intensiteit van de training zo laag mogelijk is, wordt de intensiteit verhoogd. Hierdoor ontwikkelen de spieren zich. De belasting en de belastbaarheid moeten hier goed op elkaar afgestemd worden. Te lage belasting betekent te weinig toename van de spierkracht en te hoge belasting betekent overtraining, vermoeide spieren waardoor de coordinatie verminderd en uitvoering van de beweging incorrect wordt. Dan leert het paard dus weer een incorrect bewegingspatroon. Door de vergroting van de spierkracht kan het paard zichzelf beter stabiliseren en neemt de kans op blessures af.

Souplesse

Wanneer het paard stabiel is kan begonnen worden met het vergroten van de souplesse. Dit betekent het vergroten van de buiging/lateroflexie, en daarmee de draagkracht van het binnenachterbeen. Eerst eenzijdig daarna alternerend.